Hieronder vindt u ter inspiratie wat voorbeelden van lezingen met als thema ‘Kunst en sport’.
- Sport in de kunst 1910-1940
Nooit waren sport en kunst zo verweven als in de jaren van de historische avant-garde. Voor moderne kunstenaars was sport een uitdrukking van een nieuwe, dynamische eeuw. Snel bewegende kleurvlakken in de vorm van atleten of voetballers was favoriet bij futuristen en constructivisten, terwijl bijvoorbeeld boksen meer aansloeg bij expressionistische schilders. - De nobele vechtkunst
De ‘moeder van alle sporten’ was voor Grieken en Romeinen ongetwijfeld worstelen, met boksen als goede tweede. Beide sporten werden pas in de achttiende eeuw weer professioneel beoefend, eerst in Engeland en vervolgens, begin negentiende eeuw op het continent. Lezing over oorsprong en ontwikkeling van onze moderne fascinatie voor de Griekse oersporten. Volg de ontwikkeling van worstelen en boksen in kunstwerken, van de legendarische wedstrijd tussen de Grieken Kreugas en Demoxenos tot die tussen Max Schmeling en Joe Louis.
Meer informatie
Zo ziet dit college er vooraf opgenomen uit. - Olympia
De herleving van de Olympische Spelen was een streven naar het Griekse beschavingsideaal, volgens welk een gezond, evenwichtig geproportioneerd lichaam de uitdrukking was van waarheid, deugdzaamheid, oprechtheid, kortom alles wat goed is in een beschaving. Baron Pierre de Coubertin was een van de velen die streefden naar eenzelfde ideaal in de moderne samenleving. Van 1912 tot 1948 werden op de Olympische Spelen ook medailles uitgereikt aan schilders, beeldhouwers, architecten, componisten en schrijvers die zich door sport lieten inspireren.
Omdat alle politiek was in die jaren, werd ook sport ingezet als politiek instrument: niet alleen de Spelen van 1936 in nazi-Berlijn en de alternatieve, ‘democratische’ Spelen in Barcelona, maar er werden internationale socialistische Spelen gehouden, communistische (de Spartakiade) en joodse (de Maccabiade). Kunstenaars leverden enthousiast bijdragen, zoals de tentoonstelling die in 1936 in Amsterdam werd gehouden onder de macabere titel D.O.O.D. – De Olympiade Onder Dictatuur. -
Pop Art en Op Art op de ‘M-Spelen’
De drie ‘M’-spelen (Mexico 1968, München 1972 en Montréal 1976) zijn beroemde voorbeelden van hip design. Als op geen andere Olympiades drukten de trends in de kunst een duidelijk stempel op het uiterlijk van de spelen in Mexico, München en Montréal. Naast affiches, pictogrammen en programma’s kenden deze ‘design-spelen’ ook een kunstproject, waarvoor tientallen beroemde kunstenaars affiches ontwierpen, van Andy Warhol tot Victor Vasarely, van Henry Moore tot David Hockney.