Het Rijksmuseum is opgezet als een verhaal, dat binnen maar ook buiten wordt verteld, aan de hand van tegeltableaus. Architect Pierre Cuypers wilde het een museum van alles maken, dus ook van architectuur en tuinarchitectuur. Fragmenten van gesloopte gebouwen in heel Nederland vonden een plaats in de tuin van het Rijksmuseum.
De tuinen omvatten:
* talloze fragmenten van in de 19e eeuw gesloopte Nederlandse gebouwen, waaronder 8 poorten en een halve theekoepel. En delen van de Amsterdamse Regulierspoort.
* voorbeelden van stijltuinen, ontworpen door Cuypers en na 2013 gereconstrueerd, met moderne toevoegingen als de bedriegertjes, een 19e-eeuwse kas, een telefooncel en speeltoestellen van Aldo van Eijck
* het Fragmentengebouw, opgebouwd uit delen van gesloopte panden uit Den Haag (Huygenshuis), Rotterdam, Delft, Gorinchem etc. rond de Franeker Ockingastins
* de Druckeruitbouw: voor de geschonken collectie Drucker-Fraser van Haagse School en tijdgenoten, gebouwd in 1907-09
* het nieuwe Aziatisch Paviljoen van Cruz en Ortíz met Japanse bomen
* bronzen beelden van o.a. Ferdinand Leenhoff, de zwager van Manet, en Adriaen de Vries, en 18e-eeuwse tuinbeelden, zoals keizerbusten en Herculessen
* de directeursvilla, tot 1948 dienstwoning van de algemeen directeur van het Rijksmuseum, in renaissancestijl met gotische sculpturen van de seizoenen
* de Teekenschool met aangebouwde ‘kapel’ voor plafondschilderingen van Jan van Scorel in Warmenhuizen
* de bibliotheek met portretten van de eerste kunstenaarsbiografen in Nederland en spectaculaire regenpijpen
Dat alles met afbeeldingen van hoe het ooit was, zoals de geëmailleerde lavatableaus die verdwenen onder de Nachtwachtuitbouw van 1906, en schilderijen van Carel Willink.
Neem een toneelkijker mee!