Boheems Amsterdam: de oostelijke Pijp
het Quartier Latin van Amsterdam met Tachtigers, ‘Jan Steenzolder’, Marlene Dumas, Marijke de Goey en Hugo Kaagman
Vrijwel vanaf het begin was De Pijp, gebouwd om de lagere inkomens uit de verpauperde Jordaan te huisvesten, een aantrekkelijke plek voor studenten en ‘artisten’ – jonge, moderne kunstenaars en dichters. Behalve Tachtigers als Willem Kloos, Frederik van Eeden, Jac. van Looy en Frans Erens streken er talenten neer als Herman Heijermans en Jacob Israël de Haan. Vanwege de lage huren en de lage hoeren, want ‘Wijk YY’ stond bekend om het welig tieren van vermaak van laag allooi.
Later groeide een generatie beroemde schrijvers op tussen de fabriekjes en bordelen: Arthur van Schendel, F. Bordewijk, Herman Gorter, Adriaan Roland Holst, de ‘prins der dichters’, en nog later Simon Vinkenoog en Gerard Reve. De een op vierhoog achter aan de Quellijnstraat, de ander in een herenhuis aan de Amsteldijk. Renate Rubinstein ontving wekelijks Simon Carmiggelt aan het Sarphatipark.
Wat kunstenaars betreft was de wijk nog meer in trek vanwege de Rijksacademie aan de Stadhouderskade. Er werden speciale atelierwoningen gebouwd, waar de bohémiens dicht bij het moderne stadsleven zaten dat ze schilderden. Jan Sluijters, Martin Monnickendam, Leo Gestel en vele anderen frequenteerden de ‘Jan Steenzolder’, vereeuwigd in Titaantjes. Na Albert Hahn en Berlage werken er ook nu nog bekende kunstenaars in het ‘Quartier Latin van Amsterdam’, zoals Marlene Dumas, Marijke de Goey en Hugo Kaagman.
De meeste woonhuizen en ateliers staan er nog altijd, hoewel De Pijp een hippe wijk is geworden die zelfs toeristen trekt. De wandeling voert langs een groot aantal historische plekken, van het Huis met de Kabouters en de Theosofische Vereniging tot Amsterdamse Schoolcomplex De Dageraad, en wordt begeleid met toepasselijke literatuurfragmenten, historische interieurfoto’s en dia’s van schilderijen.