Kunstenaars strijden voor Griekse onafhankelijkheid

25 maart is de nationale feestdag van Griekenland, als het begin van de onafhankelijkheidsstrijd wordt herdacht in 1821. Dat was in 2021 dus 200 jaar geleden, en een van de elementen van dit tweede eeuwfeest was de opening van een Philhellenenmuseum in Athene.

Philhellenen zijn liefhebbers van al wat Grieks is, en begin 19e eeuw was het een aspect van Romantische revolutionaire gezindheid in combinatie met liefde voor de oudheid, het neoclassicisme. Het was een hoofdzakelijk West-Europese jongerenbeweging tegen de onderdrukking en censuur van de Restauratie.
Tal van intellectuelen verklaarden zich Philhelleen, zoals de schrijvers Victor Hugo, Alfred de Vigny, Aleksandr Poesjkin, Lord Byron en Percy Shelley, de schilders Eugène Delacroix, Théodore Géricault, Ary Scheffer en Richard Parkes Bonington en de componisten Hector Berlioz en Giacomo Rossini.

Maar ook de Beierse kroonprins Ludwig, die als koning Ludwig I van München een ‘Isarathen’ zou maken en wiens tweede zoon Otto in 1832 de eerste koning van Griekenland werd. Als Othon I verplaatste hij de hoofdstad naar Athene en maakte hij er een Neo-Helleense metropool van, met behulp van Duitse, Deense en Franse architecten.