Guernica
Picasso’s Guernica en de Wereldtentoonstelling van 1937 in Parijs
Picasso’s Guernica en de Wereldtentoonstelling van 1937 in Parijs
Het beroemdste en grootste antioorlogsschilderij is gemaakt voor de laatste Wereldtentoonstelling in Parijs, te midden van scherpe ideologische, stilistische en maatschappelijke tegenstellingen.
Door loting kwam Albert Speers Duitse paviljoen recht tegenover dat van de Sovjet-Unie te staan, met de kolossale arbeider en boerin bovenop.
De Volksfrontregering van Léon Blum had vooral kubisten en abstracte kunstenaars opdrachten gegeven voor maar liefst 718 muurschilderingen.
Een modern classicisme was de overheersende stijl op de tentoonstelling, maar het Zwitserse en Nederlandse paviljoen (van Van de Broek & Bakema) behoorden tot de uitgesproken modernistische, net als het Pavillon du Temps Nouveau van Le Corbusier.
Tijdens de Burgeroorlog besloot de Republikeinse regering van Spanje een modern paviljoen in te richten om de aandacht van de wereld te vestigen op de fascistische wreedheden.
Picasso woonde in Parijs, maar was titulair intendant van het Prado Museum en werd daarom verzocht om een bijdrage aan het Spaanse paviljoen.
Hij kreeg pas inspiratie toen hij, drie weken voor de opening van de tentoonstelling, hoorde van het Duitse bombardement op de Baskische stad Gerníka.
In een reeks foto’s legde Dora Maar in opdracht van Life de ontstaansgeschiedenis van het beroemde doek vast.
Tijdens de tentoonstelling viel het doek weinig waardering ten deel, maar na afloop ging het 19 jaar op tournee door de wereld.
Volgens Picasso’s wilsbeschikking moest het in Spanje komen te hangen, maar pas nadat daar de democratie was weergekeerd.
In 1981 kwam het tenslotte in Spanje aan.
Ook Joan Miró, Julio Gonzalez en Alexander Calder leverden boze bijdragen aan het Spaanse paviljoen.
lezing over Picasso, monumentale moderne kunst op de Wereldtentoonstelling van 1937 en de stilistische strijd tussen nazi’s en communisten, met filmbeelden en muziek