Kunst en vrouwen

kunstenaressen, muzen en modellen

Hieronder vindt u ter inspiratie wat voorbeelden van lezingen met als thema ‘Kunst en vrouwen’.

  • Vrouwen in Pop Art
    Pop Art was een jongensclub: in Londen midden jaren vijftig deed er zegge en schrijve één vrouw aan mee en in New York ietsje later aanvankelijk zelfs geen een. Toch bekenden zich in de jaren zestig talloze vrouwen tot de Pop Art, een stijl die mateloos populair werd, juist door de kritiek op consumptiemaatschappij en massamedia, vanwege de vaak zeer gelikte vorm en de uitvergroting van het banale. De deelnemende vrouwen zijn zelden zo beroemd geworden als de mannen. Ze gebruikten nieuwe materialen als vinyl, zetten vrouwelijke lust tegenover mannelijke, herinterpreteerden media-iconen als Marilyn Monroe en de verhouding tussen man en vrouw. (Her)ontdek in deze lezing de Woman Sofa van Nicole L, Astronaut van Kiki Kogelnik, Le désir van Évelyne Axell, Bum van Pauline Boty, Girl with Radish van Marjorie Strider, Vacuuming Pop Art van Martha Rosler, La gran vagina van Mari Chordà, Marilyn Pursued by Death van Rosalyn Drexler en Mama kijk naar je kinderen van Maria van Elk. Allemaal uit de opwindende jaren zestig!
  • Beroep: kunstenares
    In 1919 kregen Nederlandse vrouwen eindelijk (actief) kiesrecht. Ruim twintig jaar eerder werd ter gelegenheid van de inhuldiging van de eerste koningin de Nationale Tentoonstelling van Vrouwenarbeid gehouden, waar nu eens niet vrouwen werden geëxposeerd, maar kunstwerken van vrouwen.  Dat resulteerde in een geweldige bloei van waardering van en opdrachten voor vrouwelijke kunstenaars, die zich bewust ‘kunstenares’ noemden, al was Thérèse Schwartze de enige echte beroepskunstenares in Nederland. In 1913, bij de volgende vrouwententoonstelling, bleek er al veel ten goede verander: behalve een generatie ‘Amsterdamsche Joffers’ exposeerde Jacoba van Heemskerck abstract werk. Een eerbetoon aan de Nederlandse kunstenaressen van 1900-1940!
  • De existentialistische insecten van Germaine Richier
    De uiterst succesvolle Franse beeldhouwster Germaine Richier (1902-59) was vergelijkbaar met, maar populairder dan Alberto Giacometti en Marino Marini. Hun bronzen beelden drukken niet alleen relaties tussen vorm en ruimte uit, maar ook de vervreemding van de verweesde mens van zijn verwoeste wereld. Richier was wellicht de beste van haar generatie, maar werd het snelst ingehaald door de rebelse jaren zestig.
  • Paula Modersohn-Becker
    en de kunstenaressen van Worpswede
    Rond 1900 vestigden zich vele vrouwen in de kunstenaarskolonie Worpswede boven Bremen. De beroemdste van hen stierf zeer jong, maar is nu een boegbeeld van de Duitse avant-garde. Zij was de eerste kunstenares die een naakt zelfportret maakte.
  • Barbara Hepworth
    Sculpture for a modern world
    Na eeuwenlang achter de ontwikkelingen in de kunst te hebben aangelopen, kwamen na de Tweede Wereldoorlog de Engelse kunstenaars eindelijk langszij het Europese schip. Vooral in de beeldhouwkunst vond een ‘Engelse explosie’ plaats. Barbara Hepworth kwam daarbij naast Henry Moore bovendrijven, niet alleen omdat zij een vrouw was, maar vooral omdat zij vrijwel de enige beeldhouwster in Engeland was die puur abstract werkte. Zij ontwikkelde een ‘modern classicisme’: geïnspireerd op de kunst van de oudheid, maar ontegenzeggelijk twintigste-eeuws.
  • Dorothea Tanning, birthday, 1942Vrouwen van het Surrealisme
    Frida Kahlo is weliswaar overgewaardeerd, maar de werkelijke Surrealistes hebben nog altijd niet de erkenning gekregen die ze verdienen. Maak (opnieuw) kennis met Dorothea Tanning, Leonor Fini, Toyen, Meret Oppenheim, Remedios Varo, Lee Mullican, Unica Zürn, Leonora Carrington en Valentine Hugo.
  • Suzanne Valadon
    de meesteres van Montmartre
    De trapezeartieste Suzanne Valadon zag zich na een val gedwongen om model te staan voor schilders als Puvis de Chavannes, Renoir, Degas, Toulouse-Lautrec en Steinlen. Toen ze zelf begon te schilderen werd ze de eerste erkende kunstenares van Montmartre. Degas kocht haar werk. Erik Satie, met wie ze drie maanden een verhouding had die hem de rest van zijn leven zou bezighouden,  tekende haar op muziekpapier. Met de Catalaan Miguel Utrillo kreeg ze een zoon, die later beroemd werd als Maurice Utrillo, de schilder van Montmartre. Tot haar dood in 1838 schilderde ze en werd ze geschilderd door onder anderen Modigliani.

    Muzen

  • De Merveilleuses van het Directoire
    Joséphine de Beauharnais, Madame Tallien, Juliette Récamier, Mademoiselle Lange, Fortunée Hamelin en Madame de Staël: een groep wilde wijven domineerde smaak en mode in Parijs na afloop van de Terreur in 1794. Zij introduceerden de ‘Griekse’ mode met hoge tailles en décolletés waar men u tegen zei. De op sandalen geïnspireerde schoenen met enkelbanden worden nog altijd ‘citoyennes’ genoemd. Behalve dat ze ook ’s winters in topless of bottomless mousseline jurken over straat gingen, dreven ze allemaal een salon die kunstenaars en schrijvers afliepen. David, Gros, Gérard, Girodet en Canova hebben deze ‘Merveilleuses’ geportretteerd.
  • De muzen van het Impressionisme
    De Impressionistische schilders in Parijs gebruikten veelal elkaars echtgenotes en dochters als modellen, maar maakten ook gebruik van professionele modellen. Manet, Monet en Renoir deden de wonderlijkste dingen met hun vaste modellen. Berthe Morisot was schoonzuster en favoriet model van Manet, terwijl haar dochter weer een favoriete was van Renoir. En Monet ging er vandoor met de vrouw van de grote mecenas der Impressionisten Ernest Hoschedé. Alice Hoschedé werd behalve door Monet ook geschilderd door Carolus-Duran en John Singer Sargent.
  • De Grandes Horizontales
    courtisanes en kunstenaars in Parijs
    Courtisanes, cocottes, demi-mondaines – de luxe prostituees van negentiende-eeuws Parijs waren sterke, zelfstandige vrouwen die hun eigen wetten en prijzen stelden. Bankiers, hertogen, magnaten en koningen lieten maar wat graag fortuinen wegsmelten door hun favorieten te bedelven onder juwelen, kastelen, kunstcollecties en natuurlijk japonnen. Een aantal van deze ambitieuze zakenvrouwen staat bekend als de Grandes Horizontales: mooie vrouwen met smaak, intelligentie, charme en esprit, die een salon hielden voor kunstenaars, politici en intellectuelen. Dit waren de dames met de camelia’s, de traviata’s. lees mijn blog over courtisanes
  • Misia, muze van de Nabis
    De Poolse pianiste Misia Godebska-Natanson-Sert poseerde veelvuldig voor Vuillard, Bonnard, Vallotton, Toulouse-Lautrec en Renoir, maar was later de drijvende kracht achter de Ballets Russes van Diaghilev, muze van Mallarmé, Proust, Caruso en Ravel en ontdekker van Jean Cocteau en Coco Chanel. Ze was achtereenvolgens gehuwd met de Nabi-mecenas Thadée Natanson, de steenrijke uitgever Alfred Edwards en de schilder José Luis Sert. Misia was een sleutelfiguur in het Parijse kunstleven tussen 1895 en 1925.
  • De muzen van Montparnasse
    Kiki de Montparnasse, Maria Lani & Suzy Solidor waren de muzen van de Ecole de Paris in de jaren twintig. Zij waren er op uit om zich door zoveel mogelijk moderne kunstenaars te laten portretteren. lees mijn blog over de muzen van Toulouse-Lautrec
  • Muzen van het Surrealisme
    De steenrijke Peggy Guggenheim legde een grote collectie avant-gardekunst aan met de nadruk op de surrealisten, met wie ze ook stevige banden onderhield; Max Ernst was een van haar echtgenoten. Gala Dalí, Lee Miller en Nusch Eluard waren de favoriete modellen van surrealisten als Salvador Dalí, Man Ray, Picasso en Dora Maar. Man Ray, Constantin Brancusi en Oskar Kokoschka maakten in de jaren twintig portretten van de excentrieke Britse rederij-erfgename Nancy Cunard (van de Cunard-lijn), die zich tooide met Afrikaans geïnspireerde sieraden en berucht werd door haar politieke stellingname en haar relatie met de zwarte Amerikaanse schrijver Henry Crowder,  wat voor grote controverse en onterving zorgde.
  • Goya en de hertogin van Alba
    Rond 1796 had Goya een relatie met de steenrijke, bloedmooie en excentrieke hertogin van Alba, de voornaamste rivale van koningin Maria Luisa van Parma. In welke hoeveelheid die relatie is geconsumeerd is onduidelijk, maar hoe meer zij haar belangstelling voor de schilder verloor, hoe heviger hij geobsedeerd raakte. Hij legde haar ontelbare malen vast, in portretten ten voeten uit, in tekeningen van huiselijke scènes en in vlijmscherpe etsen in de beroemde satirische serie Los Caprichos. Volgens de overlevering lag zij zelfs model voor de naakte en de geklede maja, maar dat lijkt zeer onwaarschijnlijk…
  • Alma Mahler en de kunstenaars van Wenen 1900
    Ze was ‘het mooiste meisje van Wenen’ toen ze trouwde met de beroemde dirigent Gustav Mahler. Maar ze ontpopte zich al snel als een ‘kunst-groupie’ die de muze wilde zijn voor alle vormen van kunst door affaires aan te knopen met schilders (Oskar Kokoschka), schrijvers (Franz Werfel), architecten (Walter Gropius) en musici (Alexander Zemlinsky). Ondanks haar felle antisemitisme steunde en enthousiasmeerde ze vooral Joodse kunstenaars als Arnold Schönberg, Ernst Krenek en Franz Werfel ruimhartig. Uiteindelijk stierf zij als genaturaliseerde Amerikaanse in 1964 en werd ze bij haar eerste man bijgezet in Wenen. Alma was een van de grootste en aanbeden, maar tegelijk meest omstreden en gehate muzen van de twintigste eeuw.
  • Luisa Casati, de wilde markiezin
    Luisa Casati (1881-1957) was de spectaculaire kunstvamp van de Italiaanse en Franse beau-monde, die er een fortuin doorheen joeg. Zoals zovele beroemde vrouwen had ze een jarenlange verhouding met de schrijver Gabriele d’Annunzio, maar ook met de schilderes Romaine Brooks. Ze inviteerde de Ballets Russes en inspireerde de futuristen Filippo Tommaso Marinetti, Fortunato Depero en Umberto Boccioni en de schrijvers Tennessee Williams en Jack Kerouac, terwijl haar fameuze japonnen werden ontworpen door Léon Bakst, Paul Poiret, Mariano Fortuny en Erté. Ook hedendaagse ontwerpers als John Galliano, Yves Saint Laurent, Karl Lagerfeld, Steve McQueen, Omar Mansoor en Tom Ford laten zich nog steeds door haar inspireren. Kees van Dongen maakte talloze portretten van de vrouw die ‘een levend kunstwerk’ wilde zijn. Een van Casati’s beste vrienden was graaf Robert de Montesquiou (1855-1921), die net als zij een hoofdrol vervult in Marcel Prousts A la recherche du temps perdu. Hij had grote invloed op de glaskunstenaar Émile Gallé, van wie hij veel werk bezat  en van wie hij honderden adoratiebrieven ontving. Hij was nauw bevriend met James McNeill Whistler, van wie hij veel excentrieke maniertjes overnam en die in 1892 zijn portret schilderde.
  • Josephine Baker en het zwarte tumult
    Josephine Baker beheerste de ‘années folles’ in Parijs als geen ander. De levenslust en erotiek van haar ‘Revue nègre’ inspireerden zowel beeldend kunstenaars als architecten. Met haar kwamen jazz, blues en charleston in de mode in Europa, maar bloeide eveneens het primitivisme. Josephine Baker werd een van de uitroeptekens van het nieuwe, ‘Afrikaanse’ levensgevoel met haar talloze shows in bananenrokje, naast nieuwe helden als de Frans-Senegalese bokser Battling Siki. Meer nog dan op Afrikanen oefende Parijs een grote aantrekkingskracht uit op Amerikaanse negers, die hier geen last hadden van segregatie en het virulente racisme in de V.S. Het waren voornamelijk jazzmusici en dansers, maar ook kunstenaars, die de nieuwe opvattingen over een vitale en krachtige Afrikaanse cultuur meenamen naar huis.
  • Mata Hari 1876-1917
    In 1917 werd Margaretha Zelle op verdenking voor spionage geëxecuteerd, waarmee een einde kwam aan een oosters sprookje en een legende was geboren. Met niets dan ambitie op zak kwam de 27-jarige Friezin aan in Parijs, waar ze het ver schopte als exotische danseres en als courtisane met de sterke voorkeur voor geüniformeerde mannen die haar tijdens de Eerste Wereldoorlog noodlottig werd. Als ultieme femme fatale leefde zij na haar dood voort in films, musicals, balletten, tv-series, het Eurovisie Songfestival, merchandising, boeken, strips, een monument en een zaal in het Fries Museum.