Een bezoek aan het fameuze museum in natuurreservaat de Hoge Veluwe omvat natuurlijk:

– de schilderijencollectie die Hélène Kröller-Müller bijeenbracht, van de 70 (!) Van Gogh-schilderijen tot de belangrijkste stromingen van de eerste helft van de twintigste eeuw: symbolisme, expressionisme, kubisme, constructivisme en uiteindelijk ook futurisme. Uitgebreid na de oorlog met de vooral Amerikaanse naoorlogse avant-garde.

– de beeldentuin die in de jaren vijftig opende, met de grote klassiekers van de Europese sculptuur vanaf Rodin, met name Henry Moore en Barbara Hepworth;
Uitgebreid met een beeldenpark dat alle richtingen in de moderne sculptuur toont, vele in opdracht gemaakt, met als hoogtepunt de Jardin d’Émail van Jean Dubuffet.

Voor een uitgebreid bezoek worden bezichtigd:
– de drie monumenten die Hélène liet oprichten voor de Boerenoorlog, door Henry van de Velde en Jozef Mendes da Costa;
– het jachtslot Sint-Hubertus, dat Berlage ontwierp in 1916 in de vorm van een gewei met een crucifix, en waar Bart van der Leck de kleurstellingen in het interieur voor bedacht.