Een Wohltemperiertes Klavier van kleuren
Geen componist zo inspirerend voor moderne kunstenaars als Johann Sebastian Bach. Sinds eind negentiende eeuw nemen vooral abstract werkende kunstenaars de strakke vorm van Bachs instrumentale werk als uitgangspunt, zoals Vassili Kandinsky, František Kupka, Robert Delaunay, Theo van Doesburg en met nog meer name Paul Klee.
Jakob Weder (1906-90) is een vrij onbekende, Zwitserse kunstenaar die veertig jaren besteedde aan de transcriptie van klassieke composities in 51 schilderijen. Negentien daarvan zijn gebaseerd op werken van Gluck, Händel, Schubert, Schumann en Brahms en maar liefst 28 op de muziek van Bach.
Weder begroef zich in theoretisch onderzoek, maar deed ook tal van chemische experimenten met kleur en licht om tot ‘objectieve’ schilderijen te komen, die een nieuwe relatie tussen schilderkunst en muziek moeten bewerkstelligen.
Zo ontwikkelde hij een objectieve standaard voor kleur, zodat kleuren in mathematische schema’s vastgelegd kunnen worden, en een ‘getemperd’ palet, zodat kleuren net zo verzacht kunnen worden als in muziek – denk aan het Wohltempereriertes Klavier.
In het laatste decennium van zijn leven schilderde Weder zijn Farbsymphonien met dit ‘kleurenpiano’ van 133 kleurtonen, een ontwikkeling van het wetenschappelijke kleurenorgel van Wilhelm Ostwald (1853-1932), een chemicus uit Leipzig.
De 51 composities voor de Farbsymphonien zijn systematisch, noot voor noot, naar mathematische parameters, vastgelegd in schaduwrijen. Elk van de schilderijen drukt een specifieke emotie uit, gebaseerd op een beweging uit een symfonie, en bestaat uit tweeduizend kleurencellen van uiteenlopende helderheid, schaduw en dichtheid van één kleur. Van de Derde Orkestsuite van Bach bijvoorbeeld is de Ouverture dieprood, met een krachtig en warm, bijna vloeiend effect; de bekende Air is groenblauw en drukt transparantie, koelte en frisheid uit; de Gavotte uitgelaten warmgeel, wat van het doek lijkt te spatten; de Bourrée is glanzend oud goud, wat zonnestralen lijkt te weerspiegelen en vrolijkheid; en de Gigue is van een intens oranjerood met donkere schaduwen met exuberant, bijna schreeuwend effect.
Jakob Weder, Gavotte, Orchestersuite 3 in D-dur, 1980-81, galerie Zürich
Michel Didier
Cosimo, juni 2008